Slim en overzichtelijk werken met meerdere kaartlagen in Tableau

Kaartvisualisaties zijn een krachtig middel om geografische data inzichtelijk te maken. Sinds Tableau de functionaliteit van map layers een paar jaar geleden op de kaart heeft gezet, is het visualiseren van meerdere geografische niveaus binnen één kaart een stuk flexibeler geworden. Waar je voorheen beperkt was tot een map met twee lagen via de dual axis-techniek, biedt map-layers nu inmiddels de flexibiliteit om een oneindig hoeveelheid lagen uit één of zelfs meerdere databronnen te stapelen binnen dezelfde kaartvisualisatie.

Ga jij aan de slag met kaartvisualisaties met meerdere kaartlagen, dan is het belangrijk om te weten hoe jij deze lagen slim en effectief kunt beheren. Want: Hoe meer lagen je zichtbaar maakt, hoe groter het risico op een onoverzichtelijke kaart. Zeker op dashboards met beperkte ruimte, waar het de leesbaarheid en interpretatie flink kan beïnvloeden.

Via deze twee manieren kun je gegevens analyseren in de bredere context van meerdere geografische niveaus, of juist focussen op één of enkele specifieke niveaus:

1. De dual axis-techniek in combinatie met filters of acties op basis van dynamische velden of berekeningen. Deze werkwijze geeft meer focus aan kaartvisualisaties, maar brengt ook meer complexiteit op technisch vlak en bevat restricties. Lees hiervoor vooral deze #Techtip!
2. Via het layer control-menu binnen de kaartvisualisatie. Dit is de meest flexibele manier om lagen handmatig te tonen of te verbergen. De mogelijkheden hiervan, in combinatie met nieuwe Spatial-functionaliteiten, zal ik hieronder toelichten.

Hoe je met map layers net een laag dieper kunt

Map layers kunnen worden opgebouwd met geografische velden uit dezelfde databron, maar ook uit verschillende, losstaande databronnen. Je kunt daarbij werken met bestaande geografische velden, maar ook met verrijkingen van deze data door calculaties op basis van Spatial-functies of het gebruik van Spatial-parameters (sinds 2024.3).

Een goed voorbeeld waarin zowel meerdere kaartlagen, als nieuwe Spatial-functionaliteiten, effectief worden ingezet is een geografische analyse van de bereikbaarheid van Hogescholen in Austin via het openbaar vervoer. In deze #Techtip nemen wij jou graag mee in de totstandkoming van deze analyse!

1. Eerste laag – Spoorlijnen
We beginnen met het plotten van de verschillende spoorlijnen in Austin, elk met een eigen kleur.

• Deze laag kan eenvoudig getoond worden door op het geografisch veld dubbel te klikken, waarmee longitude & latitude coördinaten geplot worden en de spoorlijnen zichtbaar worden.
• Door het veld van de namen van de spoorlijnen op Kleur in de Marks card te plaatsen, krijgt iedere spoorlijn zijn eigen kleur.
  • Tip: Met de nieuwe functionaliteit Spatial-parameter kun je een parameter vullen op basis van een geografisch veld (bijvoorbeeld: Spoorlijnen). Zo wordt het mogelijk om geografische datapunten interactief selecteren (o.a. parameter actions) en dynamisch te gebruiken in analyses of calculaties.

2. Tweede laag – Treinstations
Vervolgens willen wij de treinstations toevoegen aan de kaart. Deze zijn opgeslagen in een separate databron, welke wij middels map layers toch kunnen samenbrengen op de kaart met spoorlijnen.

• Door het geografische veld uit de databron met treinstations linksboven in de hoek van de map te slepen (zie afbeelding), worden de locaties van treinstations als cirkels toegevoegd aan jouw kaart.

3. Derde laag – Dynamische bufferzones
Met de Spatial-functie BUFFER kun je een zone creëeren rondom een geografisch datapunt op basis van een afstand. Dit willen wij graag voor spoorlijnen om te kunnen analyseren welke objecten (zoals gebouwen of scholen) binnen een bepaalde afstand van de spoorlijn en treinstations liggen.

• Middels een nieuwe calculatie creëeren we een zone met een afstand van 1km om de geselecteerde spoorlijn.

• • Tip: Combineer deze functionaliteit bijvoorbeeld met een Spatial-parameter om focus te houden op één specifiek object over de verschillende kaartlagen (en databronnen), zonder afbreuk te doen aan interactiviteit en dynamiek.

• • Tip: Maak jouw analyse nog dynamischer door voor de afstand in de calculatie een parameter te gebruiken, waarmee eindgebruikers zelf de bufferzone kunnen aanpassen (zie onderstaand voorbeeld).

• Deze nieuwe calculatie is een geografische veld en kan als derde laag gebruikt worden. Voeg deze toe op dezelfde manier als bij de tweede laag.
• Let op: Verander de volgorde van lagen, zodat de spoorlijnen boven de bufferzone liggen en daarmee zichtbaar blijven. Dit kan simpelweg door te slepen binnen de Marks card.

4. Vierde laag – Hogescholen
Tot slot willen wij graag de locaties van Hogescholen in Austin toevoegen, om inzicht te krijgen in de relatie tot de spoorlijnen en beschikbare treinstations.

• Voeg het geografische veld voor Hogescholen vanuit een nieuwe databron toe aan de kaartvisualisatie op eenzelfde manier als bij de tweede en derde laag.
• Plaats het veld voor type school op Shapes in de Marks card. Geef de verschillende type scholen een passend symbool.
• Plaats deze laag bovenaan in de volgorde, zodat de Hogescholen prominent op de voorgrond weergegeven worden.

Extra: Via de Spatial-functie INTERSECTS kun je eenvoudig berekenen of een Hogeschool zich binnen de bufferzone van een spoorlijn bevindt of op een bepaalde afstand van een treinstation. In onderstaand voorbeeld zie je hoe zo’n calculatie gebruikt kan worden als filter voor meer focus binnen de kaartvisualisatie.

Waarom is dit waardevol?

• Interactiviteit: Dankzij Spatial-parameters en functies als BUFFER en INTERSECTS kun je interactieve, dynamische analyses maken.
• Flexibiliteit: Je kunt binnen de kaartvisualisatie eenvoudig lagen toevoegen, herschikken en vervolgens de zichtbaarheid van deze lagen ook beheren via het layer control-menu.
• Context in één oogopslag: Door lijnen, punten en zones uit verschillende databronnen te combineren, geef je gebruikers sneller en meer inzicht.
• Beleidsmatig inzicht: Een effectief middel om vraagstukken als ‘Welke scholen liggen binnen bereik van een nieuwe OV-verbinding?’ te kunnen beantwoorden.
• Efficiënte communicatie: Complexe informatie wordt visueel en begrijpelijk gepresenteerd binnen één visualisatie, zonder lange tabellen of meerdere visualisaties.